De muskusos
De muskusos lijkt een groot rund maar is nauwer verwant aan geiten en schapen dan aan runderen. Ongeveer 30.000 jaar geleden stierven de muskusossen in Europa uit. Toch werden er in maart 2011 zo’n 280 exemplaren geteld op Dovrefjell in Noorwegen. Deze muskusossen komen oorspronkelijk uit Groenland. Na een eerdere mislukte poging werden in 1947 21 dieren uitgezet en dit aantal groeide vervolgens gestaag.De vacht van een muskusos bestaat uit lange haren tot zo’n 90 cm en bedraagt bijna een kwart van het totale lichaamsgewicht. De muskusos verhaart laat in de lente, terwijl hij in de winter een extra isolerende onderlaag krijgt. Daardoor kunnen ze enkele tientallen graden onder nul weerstaan. De bronsttijd is in juli en augustus. Rivaliserende mannetjes stoten dan met zoveel geweld de koppen tegen elkaar dat de kopstoten tot wel 2 km in de omtrek te horen zijn. Het jaar daarop brengt het vrouwtje tussen eind april en midden juni meestal één kalf ter wereld. Muskusossen voeden zich met takken en bladeren van dwergberken en -wilgen, grassen, bessen, kruiden en mossen.
Als ze zich bedreigd voelen, vormen ze een kring rond de jongen met de kop naar de buitenkant gericht. In tegenstelling tot wilde rendieren vluchten muskusossen niet bij gevaar, maar verdedigen ze zich – ook tegen mensen. Blijf daarom op 200 meter afstand. Kom je per ongeluk dichterbij, loop dan rustig weg.
Schofthoogte: 1 – 1,5 meter
Kop-romplengte: 1,9 – 2,45 meter
Gewicht: 200 – 400 kg
Snelheid: tot 60 km per uur
Leeftijd: maximaal 23 jaar